| överlämna (v) [budskap] | | uitleveren (v) [budskap] - uitgeleverd
- levert uit
- leveren uit
- leverde uit
- leverden uit
| |
| överlämna (v) [förbrytare] | | uitleveren (v) [förbrytare] - uitgeleverd
- levert uit
- leveren uit
- leverde uit
- leverden uit
| |
| överlämna (v) [makt] | | uitleveren (v) [makt] - uitgeleverd
- levert uit
- leveren uit
- leverde uit
- leverden uit
| |
| överlämna (v) [allmän] | | geven (v) [allmän] - gegeven
- geeft
- geven
- gaf
- gaven
| |
| överlämna (v) [pris] | | toekennen (v) [pris] - toegekend
- kent toe
- kennen toe
- kende toe
- kenden toe
| |
| överlämna (v) [föremål] | | doorgeven (v) [föremål] - doorgegeven
- geeft door
- geven door
- gaf door
- gaven door
| |
| överlämna (v) [budskap] | | overleveren (v) [budskap] - overgeleverd
- levert over
- leveren over
- leverde over
- leverden over
| |
| överlämna (v) [budskap] | | overmaken (v) [budskap] - overgemaakt
- maakt over
- maken over
- maakten over
- maakte over
| |
| överlämna (v) [förbrytare] | | overmaken (v) [förbrytare] - overgemaakt
- maakt over
- maken over
- maakten over
- maakte over
| |
| överlämna (v) [makt] | | overmaken (v) [makt] - overgemaakt
- maakt over
- maken over
- maakten over
- maakte over
| |
| överlämna (v) [pris] | | uitreiken (v) [pris] - uitgereikt
- reiken uit
- reikt uit
- reikte uit
- reikten uit
| |
| överlämna (v) [pris] | | toewijzen (v) [pris] - toegewezen
- wijzen toe
- wijst toe
- wees toe
- wezen toe
| |
| överlämna (v) [föremål] | | verder geven (v) [föremål] | |
| överlämna (v) [skicklighet] | | verder geven (v) [skicklighet] | |
| överlämna (v) [föremål] | | verdergeven (v) [föremål] - verdergegeven
- geeft verder
- geven verder
- gaf verder
- gaven verder
| |
| överlämna (v) [skicklighet] | | verdergeven (v) [skicklighet] - verdergegeven
- geeft verder
- geven verder
- gaf verder
- gaven verder
| |
| överlämna (v n adv) [to no longer exercise a right, relinquish a claim to property] | | afzien (v n adv) [to no longer exercise a right, relinquish a claim to property] - afgezien
- zien af
- ziet af
- zag af
- zagen af
| |
| överlämna (v) [makt] | | delegeren (v) [makt] - gedelegeerd
- delegeren
- delegeert
- delegeerden
- delegeerde
| |
| överlämna (v) [post] | | afgeven (v) [post] - afgegeven
- geeft af
- geven af
- gaven af
- gaf af
| |
| överlämna (v) [leverera] | | achterlaten (v) [leverera] - achtergelaten
- laten achter
- laat achter
- lieten achter
- liet achter
| |
| överlämna (v) [post] | | achterlaten (v) [post] - achtergelaten
- laten achter
- laat achter
- lieten achter
- liet achter
| |
| överlämna (v) [leverera] | | overhandigen (v) [leverera] - overhandigd
- overhandigen
- overhandigt
- overhandigden
- overhandigde
| |
| överlämna (v) [post] | | overhandigen (v) [post] - overhandigd
- overhandigen
- overhandigt
- overhandigden
- overhandigde
| |
| överlämna (v) [pris] | | overhandigen (v) [pris] - overhandigd
- overhandigen
- overhandigt
- overhandigden
- overhandigde
| |
| överlämna (v) [leverera] | | presenteren (v) [leverera] - gepresenteerd
- presenteert
- presenteren
- presenteerden
- presenteerde
| |
| överlämna (v) [post] | | presenteren (v) [post] - gepresenteerd
- presenteert
- presenteren
- presenteerden
- presenteerde
| |
| överlämna (v) [budskap] | | delegeren (v) [budskap] - gedelegeerd
- delegeren
- delegeert
- delegeerden
- delegeerde
| |
| överlämna (v) [förbrytare] | | delegeren (v) [förbrytare] - gedelegeerd
- delegeren
- delegeert
- delegeerden
- delegeerde
| |
| överlämna (v) [leverera] | | afgeven (v) [leverera] - afgegeven
- geeft af
- geven af
- gaven af
- gaf af
| |
| överlämna (v) [budskap] | | overdragen (v) [budskap] - overgedragen
- draagt over
- dragen over
- droegen over
- droeg over
| |
| överlämna (v) [förbrytare] | | overdragen (v) [förbrytare] - overgedragen
- draagt over
- dragen over
- droegen over
- droeg over
| |
| överlämna (v) [makt] | | overdragen (v) [makt] - overgedragen
- draagt over
- dragen over
- droegen over
- droeg over
| |
| överlämna (v) [budskap] | | overgeven (v) [budskap] - overgegeven
- geven over
- geeft over
- gaven over
- gaf over
| |
| överlämna (v) [förbrytare] | | overgeven (v) [förbrytare] - overgegeven
- geven over
- geeft over
- gaven over
- gaf over
| |
| överlämna (v) [makt] | | overgeven (v) [makt] - overgegeven
- geven over
- geeft over
- gaven over
- gaf over
| |
| överlämna (v) [allmän] | | aanbieden (v) {n} [allmän] - aangeboden
- biedt aan
- bieden aan
- boden aan
- bood aan
| |
| överlämna (v) [allmän] | | cadeau doen (v) [allmän] | |
| överlämna (v) [medgivande] | | toegeven (v) [medgivande] - toegegeven
- geven toe
- geeft toe
- gaf toe
- gaven toe
| |