| avslöja (v) [hemlighet] | | verklappen (v) [hemlighet] - verklapt
- verklappen
- verklapt
- verklapten
- verklapte
| |
| avslöja (v) [hemlighet] | | zich laten ontvallen (v) [hemlighet] | |
| avslöja (v) [sanning] | | ontsluieren (v) [sanning] - ontsluierd
- ontsluieren
- ontsluiert
- ontsluierde
- ontsluierden
| |
| avslöja (v) [nyheter] | | ontsluieren (v) [nyheter] - ontsluierd
- ontsluieren
- ontsluiert
- ontsluierde
- ontsluierden
| |
| avslöja (v) [sanning] | | openbaren (v) [sanning] - geöpenbaard
- openbaren
- openbaart
- openbaarden
- openbaarde
| |
| avslöja (v) [nyheter] | | openbaren (v) [nyheter] - geöpenbaard
- openbaren
- openbaart
- openbaarden
- openbaarde
| |
| avslöja (v) [expose something previously covered] | | blootleggen (v) [expose something previously covered] - blootgelegd
- legt bloot
- leggen bloot
- legde bloot
- legden bloot
| |
| avslöja (v) [nyheter] | | onthullen (v) [nyheter] - onthuld
- onthult
- onthullen
- onthulden
- onthulde
| |
| avslöja (v) [expose something previously covered] | | onthullen (v) [expose something previously covered] - onthuld
- onthult
- onthullen
- onthulden
- onthulde
| |
| avslöja (v) [nyheter] | | openbaar maken (v) [nyheter] | |
| avslöja (v) [nyheter] | | ruchtbaar maken (v) [nyheter] | |
| avslöja (v) [sanning] | | bekendmaken (v) [sanning] - bekendgemaakt
- maken bekend
- maakt bekend
- maakte bekend
- maakten bekend
| |
| avslöja (v) [nyheter] | | bekendmaken (v) [nyheter] - bekendgemaakt
- maken bekend
- maakt bekend
- maakte bekend
- maakten bekend
| |
| avslöja (v) [to expose] | | tentoonstellen (v) [to expose] - tentoongesteld
- stelt tentoon
- stellen tentoon
- stelde tentoon
- stelden tentoon
| |
| avslöja (v) [sanning] | | blootleggen (v) [sanning] - blootgelegd
- legt bloot
- leggen bloot
- legde bloot
- legden bloot
| |
| avslöja (v) [nyheter] | | blootleggen (v) [nyheter] - blootgelegd
- legt bloot
- leggen bloot
- legde bloot
- legden bloot
| |