Söktermen beginnen har 43 resultat
NL Holländska SV Svenska
beginnen (v) [algemeen] påbörja (v) [algemeen]
beginnen (v) [starten] sätta igång (v) [starten]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] inleda (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [aanvangen] inleda (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] inleda (v) [algemeen]
NL Holländska SV Svenska
beginnen (v) [baan] inleda (v) [baan]
beginnen (v) [begin] inleda (v) [begin]
beginnen (v) [bespreking] inleda (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] inleda (v) [starten]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] påbörja (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [aanvangen] påbörja (v) [aanvangen]
beginnen (v) [bespreking] sätta igång (v) [bespreking]
beginnen (v) [baan] påbörja (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] påbörja (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] påbörja (v) [starten]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] begynna (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [aanvangen] begynna (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] begynna (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] begynna (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] begynna (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] begynna (v) [starten]
beginnen (v) [begin] initiera (v) [begin]
beginnen (n v) [of an activity, to begin] börja (n v) [of an activity, to begin]
beginnen (v) [algemeen] starta (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] starta (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] starta (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] starta (v) [starten]
beginnen (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.] börja (v n) [To start, to initiate or take the first step into something.]
beginnen (v) [aanvangen] börja (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] börja (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] börja (v) [baan]
beginnen (v) [begin] börja (v) [begin]
beginnen (v) [bespreking] börja (v) [bespreking]
beginnen (v) [aanvangen] starta (v) [aanvangen]
beginnen (v) [starten] börja (v) [starten]
beginnen (v) [aanvangen] gå i spetsen (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] gå i spetsen (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] gå i spetsen (v) [baan]
beginnen (v) [bespreking] gå i spetsen (v) [bespreking]
beginnen (v) [starten] gå i spetsen (v) [starten]
beginnen (v) [aanvangen] sätta igång (v) [aanvangen]
beginnen (v) [algemeen] sätta igång (v) [algemeen]
beginnen (v) [baan] sätta igång (v) [baan]

Holländska Svenska översättingar

NL Synonymer för beginnen SV Översättningar
op zich nemen [aanpakken] ta på sig
wagen [aanpakken] m riskera
ondernemen [aanpakken] åta sig
aanpakken [ondernemen] hugga i med
starten [beginnen] börja
aanvatten [aanvatten] ge sig in i
openen [aanhangig maken] låsa upp
opzetten [aanhangig maken] iscensätta
aanvangen [aanbreken] begynna
inzetten [aanbreken] infoga
losbarsten [aanbreken] bryta lös
uitbreken [aanbreken] bryta sig ut
aanspannen [aanbinden] sträcka
aanbreken [aanvangen] dagas