| beröra (v) [påverka] | | beïnvloeden (v) [påverka] - beïnvloed
- beïnvloedt
- beïnvloeden
- beïnvloedden
- beïnvloedde
| |
| beröra (v) [subjekt] | | aanraken (v) [subjekt] - aangeraakt
- raken aan
- raakt aan
- raakten aan
- raakte aan
| |
| beröra (v n) [make physical contact with] | | aanraken (v n) [make physical contact with] - aangeraakt
- raken aan
- raakt aan
- raakten aan
- raakte aan
| |
| beröra (v) [fysisk förnimmelse] | | aanraken (v) [fysisk förnimmelse] - aangeraakt
- raken aan
- raakt aan
- raakten aan
- raakte aan
| |
| beröra (v) [framvisad sak] | | aanraken (v) [framvisad sak] - aangeraakt
- raken aan
- raakt aan
- raakten aan
- raakte aan
| |
| beröra (v) [angå] | | aanraken (v) [angå] - aangeraakt
- raken aan
- raakt aan
- raakten aan
- raakte aan
| |
| beröra (v) [subjekt] | | naar voren brengen (v) [subjekt] | |
| beröra (v n) [make physical contact with] | | raken (v n) [make physical contact with] - geraakt
- raken
- raakt
- raakten
- raakte
| |
| beröra (v) [tema] | | aanroeren (v) [tema] - aangeroerd
- roert aan
- roeren aan
- roerden aan
- roerde aan
| |
| beröra (v) [angå] | | voelen (v) [angå] - gevoeld
- voelt
- voelen
- voelden
- voelde
| |
| beröra (v) [framvisad sak] | | van belang zijn voor (v) [framvisad sak] | |
| beröra (v) [angå] | | van belang zijn voor (v) [angå] | |
| beröra (v) [fysisk förnimmelse] | | aanbelangen (v) [fysisk förnimmelse] - aanbelangd
- belangen aan
- belangden aan
| |
| beröra (v) [framvisad sak] | | aanbelangen (v) [framvisad sak] - aanbelangd
- belangen aan
- belangden aan
| |
| beröra (v) [angå] | | aanbelangen (v) [angå] - aanbelangd
- belangen aan
- belangden aan
| |
| beröra (v) [fysisk förnimmelse] | | aangaan (v) [fysisk förnimmelse] - aangegaan
- gaat aan
- gaan aan
- gingen aan
- ging aan
| |
| beröra (v) [framvisad sak] | | aangaan (v) [framvisad sak] - aangegaan
- gaat aan
- gaan aan
- gingen aan
- ging aan
| |
| beröra (v) [angå] | | aangaan (v) [angå] - aangegaan
- gaat aan
- gaan aan
- gingen aan
- ging aan
| |
| beröra (v) [subjekt] | | aansnijden (v) [subjekt] - aangesneden
- snijdt aan
- snijden aan
- sneden aan
- sneed aan
| |
| beröra (v) [subjekt] | | ter sprake brengen (v) [subjekt] | |
| beröra (v) [fysisk förnimmelse] | | voelen (v) [fysisk förnimmelse] - gevoeld
- voelt
- voelen
- voelden
- voelde
| |
| beröra (v) [framvisad sak] | | voelen (v) [framvisad sak] - gevoeld
- voelt
- voelen
- voelden
- voelde
| |