| | bestämma (v) [överenskommelse] | | specificeren (v) [överenskommelse] - gespecificeerd
- specificeert
- specificeren
- specificeerde
- specificeerden
| |
| | bestämma (v) [definiera] | | een definitie geven (v) [definiera] | |
| | bestämma (v) [ord] | | een definitie geven (v) [ord] | |
| | bestämma (v) [definiera] | | definiëren (v) [definiera] - gedefinieerd
- definieert
- definiëren
- definieerde
- definieerden
| |
| | bestämma (v) [avgöra] | | voorbeschikken (v) [avgöra] - voorbeschikt
- beschikt voor
- beschikken voor
- beschikte voor
- beschikten voor
| |
| | bestämma (v) [definiera] | | preciseren (v) [definiera] - gepreciseerd
- preciseert
- preciseren
- preciseerden
- preciseerde
| |
| | bestämma (v) [ord] | | preciseren (v) [ord] - gepreciseerd
- preciseert
- preciseren
- preciseerden
- preciseerde
| |
| | bestämma (v) [definiera] | | uitputtend beschrijven (v) [definiera] | |
| | bestämma (v) [ord] | | uitputtend beschrijven (v) [ord] | |
| | bestämma (v) [lagar] | | dicteren (v) [lagar] - gedicteerd
- dicteert
- dicteren
- dicteerde
- dicteerden
| |
| | bestämma (v) [tid] | | vastleggen (v) [tid] - vastgelegd
- leggen vast
- legt vast
- legde vast
- legden vast
| |
| | bestämma (v) [överenskommelse] | | vastleggen (v) [överenskommelse] - vastgelegd
- leggen vast
- legt vast
- legde vast
- legden vast
| |
| | bestämma (v) [lagar] | | voorschrijven (v) [lagar] - voorgeschreven
- schrijven voor
- schrijft voor
- schreven voor
- schreef voor
| |
| | bestämma (v) [överenskommelse] | | bepalen (v) [överenskommelse] - bepaald
- bepalen
- bepaalt
- bepaalden
- bepaalde
| |
| | bestämma (v) [överenskommelse] | | vaststellen (v) [överenskommelse] - vastgesteld
- stelt vast
- stellen vast
- stelden vast
- stelde vast
| |
| | bestämma (v) [lagar] | | opleggen (v) {n} [lagar] - opgelegd
- leggen op
- legt op
- legden op
- legde op
| |
| | bestämma (v) [avgöra] | | beïnvloeden (v) [avgöra] - beïnvloed
- beïnvloeden
- beïnvloedt
- beïnvloedde
- beïnvloedden
| |
| | bestämma (v) [öde] | | beïnvloeden (v) [öde] - beïnvloed
- beïnvloeden
- beïnvloedt
- beïnvloedde
- beïnvloedden
| |
| | bestämma (v) [avgöra] | | bepalen (v) [avgöra] - bepaald
- bepalen
- bepaalt
- bepaalden
- bepaalde
| |
| | bestämma (v) [tid] | | bepalen (v) [tid] - bepaald
- bepalen
- bepaalt
- bepaalden
- bepaalde
| |
| | bestämma (v) [to ascertain definitely] | | bepalen (v) [to ascertain definitely] - bepaald
- bepalen
- bepaalt
- bepaalden
- bepaalde
| |
| | bestämma (v) [öde] | | bepalen (v) [öde] - bepaald
- bepalen
- bepaalt
- bepaalden
- bepaalde
| |
| | bestämma (v) [tid] | | vaststellen (v) [tid] - vastgesteld
- stelt vast
- stellen vast
- stelden vast
- stelde vast
| |
| | bestämma (v) [avgöra] | | determineren (v) [avgöra] - gedetermineerd
- determineert
- determineren
- determineerden
- determineerde
| |
| | bestämma (v) [öde] | | determineren (v) [öde] - gedetermineerd
- determineert
- determineren
- determineerden
- determineerde
| |
| | bestämma (v) [beslut] | | besluiten (v) [beslut] - besloten
- besluit
- besluiten
- besloten
- besloot
| |
| | bestämma (v) [beslut] | | een besluit nemen (v) [beslut] | |
| | bestämma (v) [beslut] | | beslissen (v) [beslut] - beslist
- beslist
- beslissen
- beslisten
- besliste
| |
| | bestämma (v) [avgöra] | | verordineren (v) [avgöra] - verordineerd
- verordineert
- verordineren
- verordineerde
- verordineerden
| |
| | bestämma (v) [öde] | | verordineren (v) [öde] - verordineerd
- verordineert
- verordineren
- verordineerde
- verordineerden
| |
