| bryta (v) [gruvarbete] | | ontginnen (v) [gruvarbete] - ontgonnen
- ontgint
- ontginnen
- ontgonnen
- ontgon
| |
| bryta (v) [gruvarbete] | | winnen (v) [gruvarbete] - gewonnen
- wint
- winnen
- won
- wonnen
| |
| bryta (v) [rättsvetenskap] | | schenden (v) [rättsvetenskap] - geschonden
- schenden
- schendt
- schond
- schonden
| |
| bryta (v) [gruvarbete] | | uithalen (v) [gruvarbete] - uitgehaald
- haalt uit
- halen uit
- haalden uit
- haalde uit
| |
| bryta (v) [gruvarbete] | | delven (v) {n} [gruvarbete] - gedolven
- delft
- delven
- dolf
- dolven
| |
| bryta (v) [gruvarbete] | | uitgraven (v) {n} [gruvarbete] - uitgegraven
- graaft uit
- graven uit
- groef uit
- groeven uit
| |
| bryta (n v) [to cut off the edge or corner of something; to bevel] | | afschuinen (n v) {n} [to cut off the edge or corner of something; to bevel] - afgeschuind
- schuinen af
- schuint af
- schuinden af
- schuinde af
| |
| bryta (v n) [transitive: to separate into (to cause to end up in) two or more pieces] | | breken (v n) {n} [transitive: to separate into (to cause to end up in) two or more pieces] - gebroken
- breekt
- breken
- braken
- brak
| |
| bryta (v n) [transitive: to do that which is forbidden by (something)] | | breken (v n) {n} [transitive: to do that which is forbidden by (something)] - gebroken
- breekt
- breken
- braken
- brak
| |
| bryta (v) [förbindelser] | | afbreken (v) [förbindelser] - afgebroken
- breekt af
- breken af
- braken af
- brak af
| |
| bryta (v) [transitiv] | | breken (v) {n} [transitiv] - gebroken
- breekt
- breken
- braken
- brak
| |
| bryta (v) [optik] | | breken (v) {n} [optik] - gebroken
- breekt
- breken
- braken
- brak
| |
| bryta (v) [transitiv] | | buigen (v) [transitiv] - gebogen
- buigt
- buigen
- bogen
- boog
| |
| bryta (v) [optik] | | buigen (v) [optik] - gebogen
- buigt
- buigen
- bogen
- boog
| |
| bryta (v) [telefon] | | onderbreken (v) [telefon] - onderbroken
- onderbreken
- onderbreekt
- onderbrak
- onderbraken
| |
| bryta (v) [förhållande] | | onderbreken (v) [förhållande] - onderbroken
- onderbreken
- onderbreekt
- onderbrak
- onderbraken
| |
| bryta (v) [förbindelser] | | onderbreken (v) [förbindelser] - onderbroken
- onderbreken
- onderbreekt
- onderbrak
- onderbraken
| |
| bryta (v) [telefon] | | verbreken (v) [telefon] - verbroken
- verbreekt
- verbreken
- verbraken
- verbrak
| |
| bryta (v) [förhållande] | | verbreken (v) [förhållande] - verbroken
- verbreekt
- verbreken
- verbraken
- verbrak
| |
| bryta (v) [förbindelser] | | verbreken (v) [förbindelser] - verbroken
- verbreekt
- verbreken
- verbraken
- verbrak
| |
| bryta (v) [telefon] | | afbreken (v) [telefon] - afgebroken
- breekt af
- breken af
- braken af
- brak af
| |
| bryta (v) [förhållande] | | afbreken (v) [förhållande] - afgebroken
- breekt af
- breken af
- braken af
- brak af
| |