Söktermen een schoenlepel gebruiken har 4 resultat
Hoppa till
NL Holländska SV Svenska
een schoenlepel gebruiken (n v) [to use a shoehorn] (n v) tvinga (n v) [to use a shoehorn]
een schoenlepel gebruiken (n v) [to use a shoehorn] (n v) tränga (n v) [to use a shoehorn]
een schoenlepel gebruiken (n v) [to use a shoehorn] (n v) knö (n v) [to use a shoehorn] (n v)
een schoenlepel gebruiken (n v) [to use a shoehorn] (n v) klämma in (n v) [to use a shoehorn] (n v)

NL SV Översättningar för een

een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} komplimentera (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} något (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} något (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} något (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} duscha (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} en (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} en (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} en (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} en (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} en (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]

NL SV Översättningar för schoenlepel

schoenlepel (n) [schoenen] {m} skohorn (n) {n} [schoenen]
schoenlepel (n v) [tool used to assist the foot] {m} skohorn (n v) {n} [tool used to assist the foot]

NL SV Översättningar för gebruiken

gebruiken (n adj v) [frequent repetition of the same act] sedvänja (n adj v) [frequent repetition of the same act] (u)
gebruiken (v) [aanwenden] använda (v) [aanwenden]
gebruiken (n v) [employ, apply] använda (n v) [employ, apply]
gebruiken (v) [invloed] använda (v) [invloed]
gebruiken (v) [materiaal] använda (v) [materiaal]
gebruiken (v) [toepassen] använda (v) [toepassen]
gebruiken (v) [uitoefenen] använda (v) [uitoefenen]
gebruiken (v) [aanwenden] bruka (v) [aanwenden]
gebruiken (n v) [employ, apply] bruka (n v) [employ, apply]
gebruiken (v) [invloed] bruka (v) [invloed]