Söktermen een speech afsteken har 8 resultat
NL Holländska SV Svenska
een speech afsteken (v) [toespraak] hålla (v) [toespraak]
een speech afsteken (v) [toespraak] deklamera (v) [toespraak]
een speech afsteken (v) [toespraak] tala högt (v) [toespraak]
een speech afsteken (v) [denigrerend] hålla tal (v) [denigrerend]
een speech afsteken (v) [toespraak] hålla tal (v) [toespraak]
NL Holländska SV Svenska
een speech afsteken (v) [toespraak] tala (v) [toespraak]
een speech afsteken (v) [denigrerend] orera (v) [denigrerend]
een speech afsteken (v) [toespraak] framföra (v) [toespraak]

NL SV Översättningar för een

een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} komplimentera (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} något (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} något (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} något (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} duscha (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} en (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} en (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} en (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} en (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} en (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]

NL SV Översättningar för speech

speech (n) [an oration, session of speaking] {m} tal (n) {n} [an oration, session of speaking]
speech (n) [formeel] {m} tal (n) {n} [formeel]
speech (n) [formeel] {m} anförande (n) {n} [formeel]
speech (n) [formeel] {m} föredrag (n) {n} [formeel]

NL SV Översättningar för afsteken

afsteken (v) [vuurwerk] avskjuta (v) [vuurwerk]
afsteken (v) [vuurwerk] bränna av (v) [vuurwerk]
afsteken (v) [verschil] sticka av (v) [verschil]
afsteken (v) [verschil] kontrastera (v) [verschil]
afsteken (v) [uiterlijk] avteckna sig (v) [uiterlijk]
afsteken (v) [toespraak] hålla (v) [toespraak]
afsteken (v) [toespraak] deklamera (v) [toespraak]
afsteken (v) [toespraak] tala högt (v) [toespraak]
afsteken (v) [toespraak] hålla tal (v) [toespraak]
afsteken (v) [uiterlijk] framträda (v) [uiterlijk]