Söktermen een voorbeeld geven har 2 resultat
Hoppa till
NL Holländska SV Svenska
een voorbeeld geven (v) [voorbeeld] gå i spetsen (v) [voorbeeld]
een voorbeeld geven (v) [voorbeeld] visa vägen (v) [voorbeeld]

NL SV Översättningar för een

een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} komplimentera (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} något (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} något (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} något (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} duscha (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} en (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} en (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} en (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} en (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} en (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]

NL SV Översättningar för voorbeeld

voorbeeld (n) [algemeen] {n} exempel (n) {n} [algemeen]
voorbeeld (n) [feit] {n} exempel (n) {n} [feit]
voorbeeld (n v) [something representative of a group] {n} exempel (n v) {n} [something representative of a group]
voorbeeld (n v) [something serving as a pattern of behaviour] {n} exempel (n v) {n} [something serving as a pattern of behaviour]
voorbeeld (n v) [something serving to explain or illustrate a rule] {n} exempel (n v) {n} [something serving to explain or illustrate a rule]
voorbeeld (n) [voorbeeld bij uitstek] {n} exempel (n) {n} [voorbeeld bij uitstek]
voorbeeld (n) [feit] {n} föredöme (n) {n} [feit]
voorbeeld (n v) [something serving as a pattern of behaviour] {n} föredöme (n v) {n} [something serving as a pattern of behaviour]
voorbeeld (n) [voorbeeld bij uitstek] {n} föredöme (n) {n} [voorbeeld bij uitstek]
voorbeeld (n) [feit] {n} fall (n) {n} [feit]

NL SV Översättningar för geven

geven (v) [algemeen] överlämna (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] överlämna (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] överlämna (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] överlämna (v) [spelen - kaarten]
geven (v) [voorwerp] överlämna (v) [voorwerp]
geven (v) [wiskunde] anta (v) [wiskunde]
geven (v) [algemeen] ge (v) [algemeen]
geven (v) [geschenk] ge (v) [geschenk]
geven (v) [overhandigen] ge (v) [overhandigen]
geven (v) [spelen - kaarten] ge (v) [spelen - kaarten]