| | försena (v) [utveckling] | | opschorten (v) [utveckling] - opgeschort
- schorten op
- schort op
- schortten op
- schortte op
| |
| | försena (v) [tid] | | opschorten (v) [tid] - opgeschort
- schorten op
- schort op
- schortten op
- schortte op
| |
| | försena (v) [utveckling] | | verschuiven (v) [utveckling] - verschoven
- verschuiven
- verschuift
- verschoven
- verschoof
| |
| | försena (v) [tid] | | verschuiven (v) [tid] - verschoven
- verschuiven
- verschuift
- verschoven
- verschoof
| |
| | försena (v) [utveckling] | | uitstellen (v) [utveckling] - uitgesteld
- stellen uit
- stelt uit
- stelden uit
- stelde uit
| |
| | försena (v) [aktivitet] | | ophouden (v) {n} [aktivitet] - opgehouden
- houdt op
- houden op
- hield op
- hielden op
| |
| | försena (v) [utveckling] | | vertragen (v) [utveckling] - vertraagd
- vertragen
- vertraagt
- vertraagden
- vertraagde
| |
| | försena (v) [tid] | | vertragen (v) [tid] - vertraagd
- vertragen
- vertraagt
- vertraagden
- vertraagde
| |
| | försena (v) [allmänna kommunikationer] | | vertragen (v) [allmänna kommunikationer] - vertraagd
- vertragen
- vertraagt
- vertraagden
- vertraagde
| |
| | försena (v) [aktivitet] | | vertragen (v) [aktivitet] - vertraagd
- vertragen
- vertraagt
- vertraagden
- vertraagde
| |
| | försena (v) [utveckling] | | tegenhouden (v) [utveckling] - tegengehouden
- houden tegen
- houdt tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| |
| | försena (v) [tid] | | tegenhouden (v) [tid] - tegengehouden
- houden tegen
- houdt tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| |
| | försena (v) [utveckling] | | ophouden (v) {n} [utveckling] - opgehouden
- houdt op
- houden op
- hield op
- hielden op
| |
| | försena (v) [tid] | | ophouden (v) {n} [tid] - opgehouden
- houdt op
- houden op
- hield op
- hielden op
| |
