Söktermen goed har 142 resultat
NL Holländska SV Svenska
goed (adv) [in a correct manner] {n} riktigt (adv) [in a correct manner]
goed (o) [interjectie] {n} nåväl (o) [interjectie]
goed (o) [interjectie] {n} nåja (o) [interjectie]
goed (adv) [in a correct manner] {n} korrekt (adv) [in a correct manner]
goed (a) [algemeen] {n} fin (a) [algemeen] (pej.)
NL Holländska SV Svenska
goed (a) [bekwaamheid] {n} fin (a) [bekwaamheid] (pej.)
goed (a) [gezondheid] {n} fin (a) [gezondheid] (pej.)
goed (a) [kind] {n} fin (a) [kind] (pej.)
goed (a) [persoon] {n} fin (a) [persoon] (pej.)
goed (a) [weer] {n} fin (a) [weer] (pej.)
goed (a) [weer] {n} klar (a) [weer]
goed (o) [algemeen] {n} väl (o) [algemeen]
goed (o) [graad] {n} väl (o) [graad]
goed (o) [manier] {n} väl (o) [manier]
goed (a) [gedrag] {n} vänlig (a) [gedrag]
goed (a) [welwillend] {n} vänlig (a) [welwillend]
goed (a) [algemeen] {n} vacker (a) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} vacker (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gezondheid] {n} vacker (a) [gezondheid]
goed (a) [kind] {n} vacker (a) [kind]
goed (a) [persoon] {n} vacker (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} vacker (a) [weer]
goed (a) [algemeen] {n} väluppfostrad (a) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} väluppfostrad (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gezondheid] {n} väluppfostrad (a) [gezondheid]
goed (a) [kind] {n} väluppfostrad (a) [kind]
goed (a) [persoon] {n} väluppfostrad (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} väluppfostrad (a) [weer]
goed (adv) [in a correct manner] {n} rätt (adv) [in a correct manner]
goed (o) [algemeen] {n} mycket (o) [algemeen]
goed (o) [graad] {n} mycket (o) [graad]
goed (o) [manier] {n} mycket (o) [manier]
goed (a) [moreel gedrag] {n} hederlig (a) [moreel gedrag]
goed (a) [gedrag] {n} godlynt (a) [gedrag]
goed (a) [welwillend] {n} godlynt (a) [welwillend]
goed (a) [gedrag] {n} vänligt (a) [gedrag]
goed (a) [gezondheid] {n} stark (a) [gezondheid]
goed (a) [algemeen] {n} utmärkt (a) [algemeen]
goed (o) [algemeen] {n} utmärkt (o) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} utmärkt (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gezondheid] {n} utmärkt (a) [gezondheid]
goed (o) [graad] {n} utmärkt (o) [graad]
goed (a) [kind] {n} utmärkt (a) [kind]
goed (o) [manier] {n} utmärkt (o) [manier]
goed (a) [persoon] {n} utmärkt (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} utmärkt (a) [weer]
goed (a) [gezondheid] {n} sund (a) {n} [gezondheid]
goed (a) [algemeen] {n} duktig (a) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} duktig (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gezondheid] {n} duktig (a) [gezondheid]
goed (a) [kind] {n} duktig (a) [kind]
goed (a) [persoon] {n} duktig (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} duktig (a) [weer]
goed (a) [raad] {n} klok (a) [raad]
goed (a) [wijs] {n} klok (a) [wijs]
goed (a) [gezondheid] {n} välgörande (a) [gezondheid]
goed (a) [gezondheid] {n} hälsosam (a) [gezondheid]
goed (a) [raad] {n} säker (a) [raad]
goed (a) [wijs] {n} säker (a) [wijs]
goed (a) [gedrag] {n} älskvärd (a) [gedrag]
goed (a) [gezondheid] {n} frisk (a) [gezondheid]
goed {n} egendom (u)
goed (a) [algemeen] {n} lydig (a) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} lydig (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gezondheid] {n} lydig (a) [gezondheid]
goed (a) [kind] {n} lydig (a) [kind]
goed (a) [persoon] {n} lydig (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} lydig (a) [weer]
goed (a) [algemeen] {n} snäll (a) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} snäll (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gedrag] {n} snäll (a) [gedrag]
goed (a) [gezondheid] {n} snäll (a) [gezondheid]
goed (a) [kind] {n} snäll (a) [kind]
goed (a) [persoon] {n} snäll (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} snäll (a) [weer]
goed (adj adv n) [healthful] {n} nyttig (adj adv n) [healthful]
goed (o) [algemeen] {n} noga (o) [algemeen]
goed (o) [graad] {n} noga (o) [graad]
goed (o) [manier] {n} noga (o) [manier]
goed (adj adv n) [acting in the interest of good; ethical good intentions] {n} god (adj adv n) [acting in the interest of good; ethical good intentions]
goed (a) [algemeen] {n} god (a) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} god (a) [bekwaamheid]
goed (adj adv n) [beneficial; worthwhile] {n} god (adj adv n) [beneficial; worthwhile]
goed (adj adv n) [effective] {n} god (adj adv n) [effective]
goed (adj adv n) [favourable] {n} god (adj adv n) [favourable]
goed (a) [gedrag] {n} god (a) [gedrag]
goed (a) [gezondheid] {n} god (a) [gezondheid]
goed (a) [kind] {n} god (a) [kind]
goed (adj adv n) [of food, having a particularly pleasant taste] {n} god (adj adv n) [of food, having a particularly pleasant taste]
goed (a) [persoon] {n} god (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} god (a) [weer]
goed (a) [gedrag] {n} vänskaplig (a) [gedrag]
goed (a) [gedrag] {n} välvillig (a) [gedrag]
goed (a) [welwillend] {n} välvillig (a) [welwillend]
goed (a) [gedrag] {n} godhjärtad (a) [gedrag]
goed (a) [welwillend] {n} godhjärtad (a) [welwillend]
goed (a) [gedrag] {n} godmodig (a) [gedrag]
goed (a) [welwillend] {n} godmodig (a) [welwillend]
goed (a) [gedrag] {n} godsint (a) [gedrag]
goed (a) [welwillend] {n} godsint (a) [welwillend]
goed (a) [gedrag] {n} kamratlig (a) [gedrag]
goed (a) [gedrag] {n} sällskaplig (a) [gedrag]
goed (adj adv n) [the forces of good] {n} godhet (adj adv n) [the forces of good] (u)
goed (a) [raad] {n} välgrundad (a) [raad]
goed (a) [wijs] {n} välgrundad (a) [wijs]
goed (a) [moreel gedrag] {n} rättfärdig (a) [moreel gedrag]
goed (a) [moreel gedrag] {n} rättsinnig (a) [moreel gedrag]
goed (a) [gezondheid] {n} kry (a) [gezondheid]
goed (a) [algemeen] {n} bra (a) [algemeen]
goed (o) [algemeen] {n} bra (o) [algemeen]
goed (adj adv n v) [being acceptable, adequate, passable, or satisfactory] {n} bra (adj adv n v) [being acceptable, adequate, passable, or satisfactory]
goed (a) [bekwaamheid] {n} bra (a) [bekwaamheid]
goed (adj adv n) [beneficial; worthwhile] {n} bra (adj adv n) [beneficial; worthwhile]
goed (adj adv n) [effective] {n} bra (adj adv n) [effective]
goed (adj adv n) [favourable] {n} bra (adj adv n) [favourable]
goed (a) [fysische conditie] {n} bra (a) [fysische conditie]
goed (a) [gezondheid] {n} bra (a) [gezondheid]
goed (o) [graad] {n} bra (o) [graad]
goed (adj adv n) [healthful] {n} bra (adj adv n) [healthful]
goed (a) [kind] {n} bra (a) [kind]
goed (o) [manier] {n} bra (o) [manier]
goed (adj adv n) [of food, edible; not stale or rotten] {n} bra (adj adv n) [of food, edible; not stale or rotten]
goed (adj adv n) [of people, competent or talented] {n} bra (adj adv n) [of people, competent or talented]
goed (a) [persoon] {n} bra (a) [persoon]
goed (adj adv n) [pleasant; enjoyable] {n} bra (adj adv n) [pleasant; enjoyable]
goed (a) [raad] {n} bra (a) [raad]
goed (adj adv n) [useful for a particular purpose (''it’s a good watch'')] {n} bra (adj adv n) [useful for a particular purpose (''it’s a good watch'')]
goed (a) [weer] {n} bra (a) [weer]
goed (a) [wijs] {n} bra (a) [wijs]
goed (adj adv n) [acting in the interest of good; ethical good intentions] {n} gott (adj adv n) [acting in the interest of good; ethical good intentions]
goed (adj adv n) [favourable] {n} gott (adj adv n) [favourable]
goed (adj adv n) [of food, having a particularly pleasant taste] {n} gott (adj adv n) [of food, having a particularly pleasant taste]
goed (a) [algemeen] {n} till godo (a) [algemeen]
goed (o) [algemeen] {n} till godo (o) [algemeen]
goed (a) [bekwaamheid] {n} till godo (a) [bekwaamheid]
goed (a) [gezondheid] {n} till godo (a) [gezondheid]
goed (o) [graad] {n} till godo (o) [graad]
goed (a) [kind] {n} till godo (a) [kind]
goed (o) [manier] {n} till godo (o) [manier]
goed (a) [persoon] {n} till godo (a) [persoon]
goed (a) [weer] {n} till godo (a) [weer]
goed (n) [voordeel] {n} gagn (n) {n} [voordeel]

Holländska Svenska översättingar

NL Synonymer för goed SV Översättningar
degelijk [steekhoudend] solido
valide [steekhoudend] valido
overtuigend [steekhoudend] inconfutabile
plezierig [gelukkig] divertente
geschikt [fantastisch] comodo {m}
prima [fantastisch] va bene
uitmuntend [fantastisch] eccellente
uitstekend [fantastisch] fine {f}
prachtig [fantastisch] bene {m}
gaaf [fris] perfetto
optimaal [goed] ottimale
in orde [akkoord] va bene
dienstig [bruikbaar] utile {m}
praktisch [bruikbaar] praticamente
nuttig [bruikbaar] utile {m}
kleren [kleding] (p vestiti (mp)
spullen [kleding] n roba {f}
kledij [kleding] f abbigliamento {m}
behulpzaam [aardig] soccorrevole
vriendelijk [aardig] amichevolmente