| lämna (v) [stycke] | | overlaten (v) [stycke] - overgelaten
- laten over
- laat over
- liet over
- lieten over
| |
| lämna (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] | | begeven (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] - begeven
- begeeft
- begeven
- begaven
- begaf
| |
| lämna (v) [post] | | nalaten (v) [post] - nagelaten
- laat na
- laten na
- liet na
- lieten na
| |
| lämna (v) [budskap] | | nalaten (v) [budskap] - nagelaten
- laat na
- laten na
- liet na
- lieten na
| |
| lämna (v) [hjälpa] | | verstrekken (v) [hjälpa] - verstrekt
- verstrekken
- verstrekt
- verstrekte
- verstrekten
| |
| lämna (v) [hjälpa] | | verschaffen (v) {n} [hjälpa] - verschaft
- verschaft
- verschaffen
- verschaften
- verschafte
| |
| lämna (n v) [leave] | | uitgaan (n v) [leave] - uitgegaan
- gaat uit
- gaan uit
- ging uit
- gingen uit
| |
| lämna (n v) [go out] | | uitgaan (n v) [go out] - uitgegaan
- gaat uit
- gaan uit
- ging uit
- gingen uit
| |
| lämna (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] | | verlaten (v n adv) {n} [to leave behind or desert; to forsake] - verlaat
- verlaat
- verlaten
- verlaatte
- verlaatten
| |
| lämna (n v) [to give up in defeat] | | opgeven (n v) {n} [to give up in defeat] - opgegeven
- geeft op
- geven op
- gaven op
- gaf op
| |
| lämna (v) [förhållande] | | verlaten (v) {n} [förhållande] - verlaat
- verlaat
- verlaten
- verlaatte
- verlaatten
| |
| lämna (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] | | verzaken (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] - verzaakt
- verzaken
- verzaakt
- verzaakten
- verzaakte
| |
| lämna (n v) [to end a relationship] | | dumpen (n v) [to end a relationship] - gedumpt
- dumpt
- dumpen
- dumpten
- dumpte
| |
| lämna (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] | | achterlaten (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] - achtergelaten
- laat achter
- laten achter
- lieten achter
- liet achter
| |
| lämna (v) [post] | | achterlaten (v) [post] - achtergelaten
- laat achter
- laten achter
- lieten achter
- liet achter
| |
| lämna (v) [föremål] | | achterlaten (v) [föremål] - achtergelaten
- laat achter
- laten achter
- lieten achter
- liet achter
| |
| lämna (v) [budskap] | | achterlaten (v) [budskap] - achtergelaten
- laat achter
- laten achter
- lieten achter
- liet achter
| |
| lämna (v) [post] | | afgeven (v) [post] - afgegeven
- geven af
- geeft af
- gaf af
- gaven af
| |
| lämna (v) [budskap] | | afgeven (v) [budskap] - afgegeven
- geven af
- geeft af
- gaf af
- gaven af
| |
| lämna (v n adv) [to leave behind or desert; to forsake] | | in de steek laten (v n adv) {n} [to leave behind or desert; to forsake] | |
| lämna (n v) [leave] | | vertrekken (n v) {n} [leave] - vertrokken
- vertrekt
- vertrekken
- vertrokken
- vertrok
| |
| lämna (n v) [go out] | | vertrekken (n v) {n} [go out] - vertrokken
- vertrekt
- vertrekken
- vertrokken
- vertrok
| |