| tegenhouden (n v) [impeding action] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | blockera (n v) [impeding action] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | undertrycka (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | undertrycka (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | undertrycka (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | undertrycka (v) [vasthouden] | |
| tegenhouden (v) [verzet] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | kväva (v) [verzet] | |
| tegenhouden (n v) [to prevent an action] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | förhindra (n v) [to prevent an action] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | återhålla (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | återhålla (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | återhålla (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | återhålla (v) [vasthouden] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] | | hålla inne (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] | | hålla inne (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] | | hålla inne (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] | | hålla inne (v) [vasthouden] | |
| tegenhouden (v) [preventie] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hindra (v) [preventie] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hålla (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hålla (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hålla (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hålla (v) [vasthouden] | |
| tegenhouden (v) [ontwikkeling] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | försena (v) [ontwikkeling] | |
| tegenhouden (v) [ontwikkeling] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | fördröja (v) [ontwikkeling] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hindra (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hindra (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hindra (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [beëindiging] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | stoppa (v) [beëindiging] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | hindra (v) [vasthouden] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] | | hålla kvar (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] | | hålla kvar (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] | | hålla kvar (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] | | hålla kvar (v) [vasthouden] | |
| tegenhouden (v) [geeuw] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | kväva (v) [geeuw] | |
| tegenhouden (v) [gevoelens] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | kväva (v) [gevoelens] | |
| tegenhouden (v) [kracht] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | kväva (v) [kracht] | |
| tegenhouden (v) [vasthouden] - tegengehouden
- houdt tegen
- houden tegen
- hield tegen
- hielden tegen
| | kväva (v) [vasthouden] | |