Söktermen vermeerderen har 40 resultat
NL Holländska SV Svenska
vermeerderen (v) [versterken] öka ut (v) [versterken]
vermeerderen (v) [algemeen] förhöja (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [bedrag] förhöja (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] förhöja (v) [verhogen]
vermeerderen (v) [versterken] förhöja (v) [versterken]
NL Holländska SV Svenska
vermeerderen (v) [bedrag] utöka (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] utöka (v) [verhogen]
vermeerderen (v) [versterken] utöka (v) [versterken]
vermeerderen (v) [bedrag] öka ut (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] öka ut (v) [verhogen]
vermeerderen (v) [versterken] förstärka (v) [versterken]
vermeerderen (v) [bedrag] öka på (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] öka på (v) [verhogen]
vermeerderen (v) [versterken] öka på (v) [versterken]
vermeerderen (v) [algemeen] bredda (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [(transitive) to increase the extent, number, volume or scope of'] vidga (v) [(transitive) to increase the extent, number, volume or scope of']
vermeerderen (v) [algemeen] vidga (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [algemeen] fördubbla (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [versterken] fördubbla (v) [versterken]
vermeerderen (v adj) [to pile up] ackumelera (v adj) [to pile up] (v adj)
vermeerderen (v) [algemeen] fullkomna (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [algemeen] höja (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [bedrag] höja (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] höja (v) [verhogen]
vermeerderen (v) [versterken] höja (v) [versterken]
vermeerderen (v) [algemeen] öka (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [bedrag] öka (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] öka (v) [verhogen]
vermeerderen (v) [versterken] öka (v) [versterken]
vermeerderen (v) [algemeen] förbättra (v) [algemeen]
vermeerderen (v adj) [to grow in number] ackumulera (v adj) [to grow in number]
vermeerderen (v) [algemeen] förstora (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [versterken] förstora (v) [versterken]
vermeerderen (v) [(transitive) to increase the extent, number, volume or scope of'] expandera (v) [(transitive) to increase the extent, number, volume or scope of']
vermeerderen (v) [(transitive) to increase the extent, number, volume or scope of'] utvidga (v) [(transitive) to increase the extent, number, volume or scope of']
vermeerderen (v) [algemeen] utvidga (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [versterken] utvidga (v) [versterken]
vermeerderen (v) [algemeen] förstärka (v) [algemeen]
vermeerderen (v) [bedrag] förstärka (v) [bedrag]
vermeerderen (v) [verhogen] förstärka (v) [verhogen]

Holländska Svenska översättingar

NL Synonymer för vermeerderen SV Översättningar
ophopen [aangroeien] amontoar-se
toenemen [stijgen] crescer
oplopen [stijgen] incorrer
vergroten [uitbreiden] aumentar
stijgen [groeien] subida {f}
uitbreiden [uitbouwen] extender (v)
aangroeien [ophopen] expandir-se