| voortbrengen (v) [teweegbrengen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | generera (v) [teweegbrengen] | |
| voortbrengen (v) [algemeen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | generera (v) [algemeen] | |
| voortbrengen (v) [teweegbrengen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | frambringa (v) [teweegbrengen] | |
| voortbrengen (v) [algemeen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | frambringa (v) [algemeen] | |
| voortbrengen (v) [algemeen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | vålla (v) [algemeen] | |
| voortbrengen (v) [algemeen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | orsaka (v) [algemeen] | |
| voortbrengen (v n) [to produce as a result] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | ge (v n) [to produce as a result] | |
| voortbrengen (v) [teweegbrengen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | framkalla (v) [teweegbrengen] | |
| voortbrengen (v) [algemeen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | framkalla (v) [algemeen] | |
| voortbrengen (v) [teweegbrengen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | förorsaka (v) [teweegbrengen] | |
| voortbrengen (v) [algemeen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | förorsaka (v) [algemeen] | |
| voortbrengen (v) [teweegbrengen] - voortgebracht
- brengt voort
- brengen voort
- bracht voort
- brachten voort
| | vålla (v) [teweegbrengen] | |