Söktermen zich uitbreiden har 7 resultat
NL Holländska SV Svenska
zich uitbreiden (v) [bedrijf] växa (v) [bedrijf]
zich uitbreiden (v) [(intransitive) to (be) increase(d) in extent, number, volume or scope] utvidgas (v) [(intransitive) to (be) increase(d) in extent, number, volume or scope]
zich uitbreiden (v) [bedrijf] utvidgas (v) [bedrijf]
zich uitbreiden (v) [gebied] breda ut sig (v) [gebied]
zich uitbreiden (v) [gebied] bli större (v) [gebied]
NL Holländska SV Svenska
zich uitbreiden (v) [(intransitive) to (be) increase(d) in extent, number, volume or scope] vidgas (v) [(intransitive) to (be) increase(d) in extent, number, volume or scope]
zich uitbreiden (v) [(intransitive) to (be) increase(d) in extent, number, volume or scope] expanderas (v) [(intransitive) to (be) increase(d) in extent, number, volume or scope] (v)

NL SV Översättningar för zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Översättningar för uitbreiden

uitbreiden (v) [algemeen] öka (v) [algemeen]
uitbreiden (v) [grootte] öka (v) [grootte]
uitbreiden (v) [kennis] öka (v) [kennis]
uitbreiden (v) [vergroten] öka (v) [vergroten]
uitbreiden (v) [improve something by adding features] förbättra (v) [improve something by adding features]
uitbreiden (v) [algemeen] förstora (v) [algemeen]
uitbreiden (v) [grootte] förstora (v) [grootte]
uitbreiden (v) [kennis] förstora (v) [kennis]
uitbreiden (v) [vergroten] förstora (v) [vergroten]
uitbreiden (v) [(transitive) to change from a smaller form/size to a larger one] öppna (v) [(transitive) to change from a smaller form/size to a larger one]

Holländska Svenska översättingar

NL Synonymer för zich uitbreiden SV Översättningar
stijgen [groeien] slutta uppåt
toenemen [groeien] utvidgas
groeien [omhooggaan] odla