| överträffa (v) [person] | | overtroeven (v) [person] - overtroefd
- overtroeven
- overtroeft
- overtroefde
- overtroefden
| |
| överträffa (v) [konkurrent] | | overtroeven (v) [konkurrent] - overtroefd
- overtroeven
- overtroeft
- overtroefde
- overtroefden
| |
| överträffa (v) [jämförelse] | | overtroeven (v) [jämförelse] - overtroefd
- overtroeven
- overtroeft
- overtroefde
- overtroefden
| |
| överträffa (v) [allmän] | | overtroeven (v) [allmän] - overtroefd
- overtroeven
- overtroeft
- overtroefde
- overtroefden
| |
| överträffa (v) [person] | | voorbijstreven (v) [person] - voorbijgestreefd
- streven voorbij
- streeft voorbij
- streefde voorbij
- streefden voorbij
| |
| överträffa (v) [konkurrent] | | voorbijstreven (v) [konkurrent] - voorbijgestreefd
- streven voorbij
- streeft voorbij
- streefde voorbij
- streefden voorbij
| |
| överträffa (n v adj adv) [excel] | | uitmunten (n v adj adv) [excel] - uitgemunt
- munt uit
- munten uit
- muntten uit
- muntte uit
| |
| överträffa (v) [allmän] | | voorbijstreven (v) [allmän] - voorbijgestreefd
- streven voorbij
- streeft voorbij
- streefde voorbij
- streefden voorbij
| |
| överträffa (v) [person] | | overtreffen (v) [person] - overtroffen
- overtreffen
- overtreft
- overtroffen
- overtrof
| |
| överträffa (v) [konkurrent] | | overtreffen (v) [konkurrent] - overtroffen
- overtreffen
- overtreft
- overtroffen
- overtrof
| |
| överträffa (v) [jämförelse] | | overtreffen (v) [jämförelse] - overtroffen
- overtreffen
- overtreft
- overtroffen
- overtrof
| |
| överträffa (v) [allmän] | | overtreffen (v) [allmän] - overtroffen
- overtreffen
- overtreft
- overtroffen
- overtrof
| |
| överträffa (v) [person] | | uitsteken boven (v) [person] | |
| överträffa (v) [konkurrent] | | uitsteken boven (v) [konkurrent] | |
| överträffa (v) [jämförelse] | | uitsteken boven (v) [jämförelse] | |
| överträffa (v) [allmän] | | uitsteken boven (v) [allmän] | |