Söktermen verbinden har 66 resultat
NL Holländska SV Svenska
verbinden (v) [plaats] {n} förbinda (v) [plaats]
verbinden (v) [sanitair] {n} länka ihop (v) [sanitair]
verbinden (v) [plaats] {n} länka ihop (v) [plaats]
verbinden (v) [idee] {n} länka ihop (v) [idee]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} länka ihop (v) [geneeskunde]
NL Holländska SV Svenska
verbinden (v) [familie] {n} länka ihop (v) [familie]
verbinden (v) [verband] {n} förbinda (v) [verband]
verbinden (v) [telefoon] {n} förbinda (v) [telefoon]
verbinden (v) [sanitair] {n} förbinda (v) [sanitair]
verbinden (v) [telefoon] {n} länka ihop (v) [telefoon]
verbinden (v) [idee] {n} förbinda (v) [idee]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} förbinda (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [familie] {n} förbinda (v) [familie]
verbinden (n v) [''transitive'' connect] {n} förbinda (n v) [''transitive'' connect]
verbinden (v) [verband] {n} koppla (v) [verband]
verbinden (v) [telefoon] {n} koppla (v) [telefoon]
verbinden (v) [sanitair] {n} koppla (v) [sanitair]
verbinden (v) [plaats] {n} koppla (v) [plaats]
verbinden (v) [verband] {n} länka ihop (v) [verband]
verbinden (v) [familie] {n} associera (v) [familie]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} associera (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [idee] {n} associera (v) [idee]
verbinden (v) [plaats] {n} associera (v) [plaats]
verbinden (v) [sanitair] {n} associera (v) [sanitair]
verbinden (v) [telefoon] {n} associera (v) [telefoon]
verbinden (v) [verband] {n} associera (v) [verband]
verbinden (v) [familie] {n} förbinda i tanken (v) [familie]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} förbinda i tanken (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [idee] {n} förbinda i tanken (v) [idee]
verbinden (v) [plaats] {n} förbinda i tanken (v) [plaats]
verbinden (v) [sanitair] {n} förbinda i tanken (v) [sanitair]
verbinden (v) [telefoon] {n} förbinda i tanken (v) [telefoon]
verbinden (v) [verband] {n} förbinda i tanken (v) [verband]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} koppla ihop (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [idee] {n} förena (v) [idee]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} förena (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [familie] {n} förena (v) [familie]
verbinden (v) [verband] {n} koppla ihop (v) [verband]
verbinden (v) [telefoon] {n} koppla ihop (v) [telefoon]
verbinden (v) [sanitair] {n} koppla ihop (v) [sanitair]
verbinden (v) [plaats] {n} koppla ihop (v) [plaats]
verbinden (v) [idee] {n} koppla ihop (v) [idee]
verbinden (v) [plaats] {n} förena (v) [plaats]
verbinden (v) [familie] {n} koppla ihop (v) [familie]
verbinden (v) [verband] {n} ansluta (v) [verband]
verbinden (v) [telefoon] {n} ansluta (v) [telefoon]
verbinden (v) [sanitair] {n} ansluta (v) [sanitair]
verbinden (v) [plaats] {n} ansluta (v) [plaats]
verbinden (v) [idee] {n} ansluta (v) [idee]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} ansluta (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [familie] {n} ansluta (v) [familie]
verbinden (v) [sanitair] {n} förena (v) [sanitair]
verbinden (v) [telefoon] {n} förena (v) [telefoon]
verbinden (v) [verband] {n} förena (v) [verband]
verbinden (v) [belofte] {n} binda (v) [belofte]
verbinden (v) [familie] {n} binda (v) [familie]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} binda (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [idee] {n} binda (v) [idee]
verbinden (v) [plaats] {n} binda (v) [plaats]
verbinden (v) [sanitair] {n} binda (v) [sanitair]
verbinden (v) [telefoon] {n} binda (v) [telefoon]
verbinden (v) [verband] {n} binda (v) [verband]
verbinden (v) [belofte] {n} förplikta (v) [belofte]
verbinden (v) [familie] {n} koppla (v) [familie]
verbinden (v) [geneeskunde] {n} koppla (v) [geneeskunde]
verbinden (v) [idee] {n} koppla (v) [idee]

Holländska Svenska översättingar

NL Synonymer för verbinden SV Översättningar
mengen [koppelen] mezclar
samenvoegen [koppelen] sumar
koppelen [samenvoegen] acoplar
klinken [hechten] n sonar {m}
lassen [hechten] n soldar
hechten [vastmaken] suturar
vastmaken [bevestigen] juntar
verenigen [liëren] n juntar
verplichten [vastleggen] obligar a
binden [vastleggen] atar
combineren [verbinden] unir