Söktermen zich dood vervelen har 2 resultat
Hoppa till
NL Holländska SV Svenska
zich dood vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] hålla på att ledas ihjäl (v) [geestelijke gewaarwording]
zich dood vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] ha dödtråkigt (v) [geestelijke gewaarwording]

NL SV Översättningar för zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Översättningar för dood

dood (a) [ledematen] {m} domnad (a) [ledematen]
dood (a) [persoon] {m} domnad (a) [persoon]
dood (a) [algemeen] {m} död (a) [algemeen]
dood (a) [ledematen] {m} död (a) [ledematen]
dood (adj n adv v) [no longer alive] {m} död (adj n adv v) [no longer alive]
dood (a) [persoon] {m} död (a) [persoon]
dood (a) [taal] {m} död (a) [taal]
dood (a) [algemeen] {m} avliden (a) [algemeen]
dood (a) [ledematen] {m} avliden (a) [ledematen]
dood (a) [persoon] {m} avliden (a) [persoon]

NL SV Översättningar för vervelen

vervelen (v) [geestelijke gewaarwording] tråka ut (v) [geestelijke gewaarwording]
vervelen (v n) [to inspire boredom] tråka ut (v n) [to inspire boredom]
vervelen (v) [afschuw] äckla (v) [afschuw]
vervelen (v) [ergeren] reta (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] förarga (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] besvära (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] tråka (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] irritera (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] misshaga (v) [ergeren]
vervelen (v) [ergeren] förtreta (v) [ergeren]