Söktermen zich kleden har 3 resultat
Hoppa till
NL Holländska SV Svenska
zich kleden (n v) [to clothe oneself] klä sig (n v) [to clothe oneself]
zich kleden (n v) [to clothe oneself] klä om (n v) [to clothe oneself]
zich kleden (n v) [to clothe oneself] klä om sig (n v) [to clothe oneself]

NL SV Översättningar för zich

zich (v) [survive; to do well enough] klara sig (v) [survive; to do well enough]
zich (v) [to seize power] tillskansa sig (v) [to seize power]
zich (n v) [put on clothes] ta på sig (n v) [put on clothes]
zich (v n) [make a firm decision] besluta (v n) [make a firm decision]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] er (o) [wederkerend vnw. - enk.]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd] er (o) [wederkerend vnw. - enk. - beleefd]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord] er (o) [wederkerend voornaamwoord]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv.]
zich (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd] er (o) [wederkerend voornaamwoord - mv. - beleefd]
zich (o) [wederkerend vnw. - enk.] eder (o) [wederkerend vnw. - enk.]

NL SV Översättningar för kleden

kleden (v) [adorn with clothing] klä (v) [adorn with clothing]
kleden (v) [to clothe] klä (v) [to clothe]
kleden (n v) [to clothe (something or somebody)] klä (n v) [to clothe (something or somebody)]
kleden (v) [transitief] klä (v) [transitief]
kleden (v) [transitief] bekläda (v) [transitief]
kleden (n v) [to clothe (something or somebody)] kläda (n v) [to clothe (something or somebody)]