Söktermen een kans maken har ett resultat
Hoppa till
NL Holländska SV Svenska
een kans maken (v) [persoon] ha en chans (v) [persoon]

NL SV Översättningar för een

een (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion] {m} komplimentera (n v) [to pay a compliment; to express a favorable opinion]
een (a) [algemeen] {m} något (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} något (a) [hoofdtelwoord]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} något (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een (n v) [to bathe using a shower] {m} duscha (n v) [to bathe using a shower]
een (a) [algemeen] {m} en (a) [algemeen]
een (a) [hoofdtelwoord] {m} en (a) [hoofdtelwoord]
een (o) [hoofdtelwoord] {m} en (o) [hoofdtelwoord]
een (conj n prep) [indefinite article] {m} en (conj n prep) [indefinite article]
een (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} en (a) [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]

NL SV Översättningar för kans

kans (n v adj) [an opportunity or possibility] {m} chans (n v adj) [an opportunity or possibility] (u)
kans (n v adj) [probability of something happening] {m} chans (n v adj) [probability of something happening] (u)
kans (n) [gelegenheid] {m} tillfälle (n) {n} [gelegenheid]
kans (n) [mogelijkheid] {m} tillfälle (n) {n} [mogelijkheid]
kans (n) [a chance] {m} tillfällighet (n) [a chance] (u)
kans (n v adj) [probability of something happening] {m} sannolikhet (n v adj) [probability of something happening] (u)

NL SV Översättningar för maken

maken (n v) [to produce; make] producera (n v) [to produce; make]
maken (v n) [cause to become] (v n) [cause to become]
maken (v n) [cause to become] driva (v n) [cause to become]
maken (v) [aktie] ta (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] ta (v) [algemeen]
maken (v) [winst] ta (v) [winst]
maken (v adj) [to put into existence] skapa (v adj) [to put into existence]
maken (v) [aktie] prestera (v) [aktie]
maken (v) [algemeen] prestera (v) [algemeen]
maken (v) [winst] prestera (v) [winst]